REINIGING & ONDERHOUD
Reinig het kookgedeelte na elk gebruik om deze in een goede condie te houden. Overgekookte etensresten kunnen gaan
inwerken en zijn moeilijker te verwijderen als ze langere jd niet verwijderd worden.
Gebruik voor het reinigen van het kookgedeelte een mild reinigingsmiddel zoals afwasmiddel. De losse onderdelen mogen niet
in de vaatwasmachine gereinigd worden. Het materiaal wordt aangetast door het vaatwasmiddel van de vaatwasmachine.
Om het kookgedeelte eenvoudig te kunnen reinigen, zijn de pannendragers en de branders afneembaar.
• Reinig eerst de bedieningsknoppen, branders en pannendragers.
• Controleer of de thermokoppel en vonkontsteking schoon zijn. Maak deze eventueel schoon met
een tandenstoker.
• Reinig daarna de vangschaal.
• Neem alles nog een keer goed af met alleen een vochge doek en droog het goed na met een
zachte doek.
• Plaats de branders terug op de kookplaat. Let daarbij goed op de openingen voor de thermokoppel
en vonkontsteking.
• Leg de branderdeksels op de branders.
• Plaats de pannendragers terug op de kookplaat. Leg de pannendragers voorzichg op de vangschaal zonder te schuiven.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Reinig hardnekkige vlekken op de pannendragers en branderdeksels met een vloeibaar reinigingsmiddel en eventueel een
kunststof schuursponsje.
Hardnekkige vlekken op het roestvaststaal kunt u het beste reinigen met een middel speciaal voor roestvaststaal. Poets aljd
met de structuur van het staal mee om vlekken te voorkomen.
Na verloop van jd kan er een verkleuring optreden op het oppervlak. Dit is normaal en valt niet onder de garane.
NL - 13
STORINGEN & OPLOSSINGEN
Als de kookplaat niet goed funconeert volgens u, controleer dan eerst onderstaande punten voordat u contact opneemt met
de klantenservice.
U ruikt gas bij de
kookplaat.
De gasaansluing van de kookplaat
lekt.
Sluit de hoofdkraan van het gas. Neem contact op met uw installateur.
Een brander
gaat niet aan.
• De stekker voor de vonkontsteking
zit niet in het stopcontact.
• Er is een zekering defect of in de
meterkast uitgeschakeld.
• Vonkonsteking is vuil of vochg.
• De branderdelen zijn niet juist
geplaatst.
• De brander is vuil of vochg.
• De hoofdgaskraan is gesloten.
• Er is een storing in de gastoevoer.
• Er is een verkeerd soort gas
gebruikt.
• Steek de stekker in het stopcontact.
• Plaats een nieuwe zekering of schakel de zekering weer in.
• Reinig/droog de vonkontsteking.
• Zet de brander goed in elkaar en let daarbij op de openingen voor de thermokoppel
en vonkontsteking.
• Reinig/droog de branderonderdelen.
• Open de hoofdgaskraan.
• Informeer bij uw gasleverancier.
• Controleer of het gebruikte gas geschikt is voor uw kookplaat. Neem indien nodig
contact op met uw installateur.
De brander gaat
gelijk uit na het
ontsteken.
• U hee de bedieningsknop niet
lang en/of diep genoeg ingedrukt
gehouden (minimaal 3 seconden).
• De thermokoppel is vuil.
• Houd de bedieningsknop minimaal 3 seconden volledig ingedrukt tussen de grootste
en kleinste vlam indicae. Bij het eerste gebruik kan dit langer duren in verband met
de eerste aanvoer van gas.
• Reinig/droog de thermokoppel.
De brander
brandt niet
gelijkmag.
• De branderdelen zijn niet goed
geplaatst.
• De branderdelen zijn vuil/vochg.
• Er wordt een verkeerd soort gas
gebruikt.
• Zet de branderdelen opnieuw in elkaar. Let daarbij op de openingen voor de
thermokoppel en vonkontsteking.
• Reinig/droog de branderdelen.
• Controleer of het gebruikte gas geschikt is voor uw kookplaat. Neem indien nodig
contact op met uw installateur.