20
NL
modus. Zodra de omgevingstemperatuur begint
te dalen, zal het verwarmingselement opnieuw
ingeschakeld worden.
Functies van het bedieningspaneel (Afb. B)
• Knop temperatuur verhogen (2A): Druk om de
gewenste omgevingstemperatuur te verhogen.
• Timerknop (2B): De timer kan worden ingesteld
tussen 1 uur en 12 uur. Druk op de timerknop
(2B) om de timer in te stellen in stappen van 1
uur. Het scherm (4) geeft de duur die momen-
teel is ingesteld 5 seconden knipperend weer.
Het indicatielampje voor de timer (3D) zal gaan
branden. Zonder een timer is er geen limiet.
• Oscillatieknop (2C): Druk op de oscillatieknop
om de lamellen van de verwarming te activeren.
Het indicatielampje voor oscilleren (3E) zal
gaan branden. Druk er opnieuw op om ze te
deactiveren.
- Aan/uit-knop en standenknop(2D): Schakelt
tussen aan, ventilator, laag vermogen, hoog
vermogen en uit.
- Ventilator: Het indicatielampje voor de
ventilator(3A) zal gaan branden.
- Lage verwarmingsmodus – 1000 W: het indi-
catielampje voor laag vermogen (3B) zal gaan
branden. Op het scherm (4) zal “01” 4 keer
knipperen, daarna zal het scherm opnieuw de
omgevingstemperatuur weergeven.
- Hoge verwarmingsmodus – 1500 W: het indi-
catielampje voor hoog vermogen (3C) zal gaan
branden. Op het scherm (4) zal “02” 4 keer
knipperen, daarna zal het scherm opnieuw de
omgevingstemperatuur weergeven.
Functies van de afstandsbediening (Afb. F)
Naast de eerder vermelde bediening via het be-
dieningspaneel, kan de verwarming ook worden
bediend via de afstandsbediening (9). De beschik-
bare functies zijn:
• Aan/uit-knop (9A): Schakelt de verwarming in
en uit.
• Standenknop (9B): Schakelt tussen ventilator,
laag en hoog vermogen.
- Ventilator: Het indicatielampje voor de ventila-
tor(3A) zal gaan branden.
- Lage verwarmingsmodus – 1000 W: het indi-
catielampje voor laag vermogen (3B) zal gaan
branden. Op het scherm (4) zal “01” 4 keer
knipperen, daarna zal het scherm opnieuw de
omgevingstemperatuur weergeven.
- Hoge verwarmingsmodus – 1500 W: het indi-
catielampje voor hoog vermogen (3C) zal gaan
branden. Op het scherm (4) zal “02” 4 keer
knipperen, daarna zal het scherm opnieuw de
omgevingstemperatuur weergeven.
• Timerknop (9C): De timer kan worden ingesteld
tussen 1 uur en 12 uur. Het scherm geeft de
duur die momenteel is ingesteld 5 seconden
knipperend weer. Druk op de timerknop om
de timer in te stellen in stappen van 1 uur. Het
indicatielampje voor de timer (2L) zal gaan
branden. Zonder een timer is er geen limiet.
• Oscillatieknop (9F): Druk op de oscillatieknop
om de lamellen van de verwarming te
activeren. Het indicatielampje voor oscilleren
(3E) zal gaan branden. Druk er opnieuw op om
ze te deactiveren.
• Knop temperatuur verhogen (9D): Druk om de
gewenste omgevingstemperatuur te verhogen.
• Knop temperatuur verlagen (9E): Druk om de
gewenste omgevingstemperatuur te verlagen.
Kantelschakelaar (8)
Deze verwarming is uitgerust met een mechanische
beveiliging tegen omkantelen. Deze beveiliging
verzekert dat wanneer de verwarming niet verticaal
op een stevig en vlak oppervlak wordt geplaats of
wanneer de verwarming omkantelt, het systeem de
verwarming automatisch uitschakelt. Als dit zich
voordoet, plaats de verwarming dan op een stevig
en vlak oppervlak en start de verwarming opnieuw.
Automatische oververhittingsbeveiliging
Deze kachel is uitgerust met een interne warmte-
beperkende veiligheidsthermostaat en een over-
verhittingsbeveiligingscircuit. Als een potentiële
oververhittingstemperatuur wordt bereikt, schakelt
het systeem de kachel automatisch uit.
Als dit zich voordoet, kan de verwarming alleen
opnieuw gebruikt worden na deze te resetten. Om
de verwarming te resetten: Trek de stekker van de
verwarming uit het stopcontact en wacht minstens
30 minuten om deze te laten afkoelen voordat u de
verwarming opnieuw start.
De elektrische verwarming stoppen (afb. A, B)
Laat het apparaat afkoelen voordat u het
uitschakelt met behulp van de ventilatie-
functie.